D1 wint van Fianchetto uit

De eerste wedstrijd van het seizoen in de hoofdklasse tegen de RSB-kampioen uit de tijd dat we nog corona hadden. In het jaar 1 bc. werd Dordrecht 1 nog de eerste kampioen RSB-nieuwe stijl. Statistisch gezien -voornamelijk elo-technisch- is de kans groot dat het dit jaar anders zal lopen, want we zijn op papier niet het sterkste team.

De eerste wedstrijd van het seizoen in de hoofdklasse tegen de RSB-kampioen uit de tijd dat we nog corona hadden. In het jaar 1 bc. werd Dordrecht 1 nog de eerste kampioen RSB-nieuwe stijl. Statistisch gezien -voornamelijk elo-technisch- is de kans groot dat het dit jaar anders zal lopen, want we zijn op papier niet het sterkste team.

Hoe bereid je je dan op zoiets voor als team? Dat is het best in samen te vatten als: ”Ken u zelve! (en de ander)” Het motto van de Griekse wijsbegeerte, in marmer uitgebeiteld nabij het orakel van Delphi. (zie ook blz. 278 Modern Chess Preperation, Vladimir Tukmakov).Waar zit onze kracht? Wat zijn onze zwaktes? Wat hebben we nodig om optimaal te presteren? e eerste tegenstander?”  Antwoord: Fianchetto uit Vlaardingen/Schiedam met in hun Eerste -naast degelijke 1900-spelers- een contingent LSG’ers, een voormalige Nederlandse top-20 speler en een (inter)nationale topper uit het Probleemschaak. Op voorhand schakers om rekening mee te houden.

Voor degenen die het niet weten: “Het nut van het fianchetto is dat de loper vanaf (bijvoorbeeld) g2 uitzicht heeft over de lange diagonaal, en daarmee ook op het centrum. Als een gefianchetteerde loper echter geblokkeerd wordt door een pion worden zijn mogelijkheden sterk beperkt. Vaak doet de speler die een fianchetto doet een concessie (hij geeft zijn tegenstander bijvoorbeeld een ruimtelijk centrumvoordeel) in ruil voor een open diagonaal.”

fianchetto.jpg

Als je je dan toch voorbereidt, weet dan in ieder geval wat de kracht en zwakte is van een fianchetto. Net zo goed dat tegenstanders zich voorbereiden op onze Leeuw die door menig Drechtstedeling gespeeld wordt. Neem bijvoorbeeld John van Baarle – Ian Findlay (De Leeuw, hét zwarte wapen, Jerry vanRekom, Leo Jansen, blz., 130).

vanBaarleFinlay

15…dxe5? 16.Lxf7+ 1-0 (bijv. 8. Kxf7 9. Dc4+ Ke7 10. Pdb5)

Aan bord 2 bleek de Leidse Schiedammer Michiel van Wissen goed op de hoogte van de Drechtstedelijke Klassieken. Piet koos naar eigen zeggen toch maar weer voor het Jansen-systeem. De doorgaans creatieve en dappere witspeler gebruikte veel tijd voor de eerst paar zetten maar kwam wel met de zet Ph5. Een zet die zelden of nooit gespeeld wordt maar eigenlijk al een soort weerlegging van de zwarte opzet is. Piet: “Ik heb deze zet ooit gezien in een boekje van Bouwmeester in een partij uit de vorige eeuw tussen Karel Odink en Johan Barendregt.”

Ruim voor Ph5 aan bord 2, werd al vrij snel tot remise besloten tussen de kopmannen Lennard den Boer en Martin Roobol. Nadat vroeg in de opening dames werden geruild was de muziek al vrij snel uit de stelling gehaald. “Op het moment dat we beiden niet echt een eindspel zagen waarin het nog spannend zou worden, bood ik remise aan. Dat was even zonder ruggespraak met de teamleider,

Maar ik zag dat we er vrij goed voor stonden op de andere borden.”

En dat was zéker zo op bord 3. Jan Willem speelde tegen Schiedammer John van Baarle. Voor degenen die hem niet kennen: John kende zijn hoogtijdagen voornamelijk in de jaren ’70. In het gezelschap van spelers als Leo Kerkhoff, John Schell, Hans Böhm en Jan Timman struinde hij de hele schaakwereld door. Tussen 1968 en 1983 stond hij vrijwel onafgebroken in de top-20 van Nederland. Wil je nog meer onder de indruk raken? Kijk dan eens op Wikipedia of sla een willekeurig schaakboek open van Timman, Böhm, Van der Sterren of van wie dan ook.

Schijnbaar hielp het verleden John deze avond niet, want na een niet al te wilde opzet van Jan Willem overzag hij een combinatie die twee pionnen kostte en voor ons een vrij zeker punt. Wellicht was John met zijn hoofd bij het overlijden van Rob Witt? Jan Willem, die toch ook al sinds de jaren ’70 in de schaakwereld rondloopt, tikte het ogenschijnlijk ongecompliceerd uit.

riksen4

Fianchetto miste deze avond eindspelkenner Hans Uitenbroek, daardoor was Ben Riksen de tegenstander van Victor Koppelaar. Twee spelers die vaak stellingen hebben die voor het eindspel al een beslissing lijken te hebben. Ook nu werd het eindspel na een remiseaanbod uit Schiedam niet uitgevochten:

Ben Riksen 76 jaar, speelt nog steeds als een jonge hond. En supersnel. “Ik stond al gauw zo’n minuut of 20 op de klok achter. Niettemin kiest hij een paar keer niet de beste voortzetting.”In deze stelling heeft zwart het initiatief naar zich toegetrokken. “Hier mis ik een kansrijke voortzetting. In plaats van 24 … Dh3 – met behoud van druk – kies ik voor 24 … Df4, daarmee een algemene ruil afdwingend naar dame tegen 2 torens.”24…Df4+ 25. De3 Lxe4 26. fxe4 Dxf1 27. Txf1 Txf1.

Op bord 5 besloten John van de Laar en Kees van Toor ook tot remise, voordat er daadwerkelijk een eindspel gespeeld zou worden:

vanToor5

Hier speelde Kees 15…Pc4, wat zwart een pion kost. 16. Pxc4 dxc4 17. Pf4 Pc7 18.De2 Pd5 19. Dxc4 Pxf4 20. Lxf4 Dd5 21. Dxd5 cxd5 22. Ke2 Tc8 23. Kd3 Tc4 24.Thc1 Kd7 25. Ta2 Le7 26. Ld2 Thc8 27. Tac2 Ke6 1/2-1/2.

“In de partij maakte ik mij druk om een offer op b4, maar na nuchtere analyse bleek dat er na 17... Pxb4 18. cxb4 Lxb4+ 19. Kf1… weinig aan de hand is.”

Aan de borden 6 en 7 en 8 zag het er vrij goed uit voor ons. Marcel den Boer liet de Franse centrumpionnen wankelen door allerlei scherpe röntgenmotieven op de witte koningsstelling. Een partij die waarschijnlijk op de valreep in aanmerking komt voor partij van de maand september. Bij het ter perse gaan van dit verslag was de slotaanval nog niet boven water.

Arie van Heeren speelde tegen duizendpoot Youri Verlinde. Voordat de bondspartij kon beginnen, was Youri: * Wedstrijdleider interne / Assistent-barman / Wedstrijdleider externe / Gastheer / Bordenjongen / Teamleider /Invaller. Complimenten voor de clubliefde, maar of dit zijn spel ten goede kwam? Arie fietste door de opening en kreeg al snel wat ruimte, met op zet 20 kwaliteitswinst met twee vrijpionnen extra in het centrum tegenover de twee vrije randpionnen.   Het initiatief bleef bij wit, waardoor zwart uiteindelijk vrij kansloos verloor.  Een mooie hoofdklasseoverwinning voor Arie.

De teamwinst was binnen, ook al verloor Piet in een zeer mooie partij. De toeschouwers hebben genoten en raakten nauwelijks uitgepraat over de verschillende combinaties. Dat voorbereiding echt wel interessant kan zijn, blijkt wel uit deze partij. De witspeler wist wat Piet speelde en had profijt van zijn preparatie. Voortaan toch maar wat anders spelen?!

Aan bord 8 ging het mis voor Wouter, op zoek naar winst bleek de klok onverbiddelijk. Wouter pakte in de opening licht materiaalvoordeel in het Damegambiet. Tegelijkertijd moest hij wel zorgdragen voor een veilige koning. Het werd een gevecht om het initiatief tussen Bart Germeys en Wouter de Bruin, waarbij laatstgenoemde lange tijd aan het langste eind leek te trekken. In de voorbereiding op de volgende bondspartij wat huiswerk voor Wouter.   Lees bladzijde 103 e.v. van Jonathan Rowson’s The Seven Deadly Chess Sins. Dit hoofdstukje heeft als title: “Putting the ball in the back of the net.”

Eigenlijk een prima voorbereiding voor ons allemaal. Volgende afspraak is op 8 november thuis tegen Messemaker 1............Teamcaptain John van de Laar

Roobol, M. (Martin) 2283   Boer den, L. (Lennard) 2137 ½ - ½
Wissen van, M.E. (Michiel) 2215   Pluymert, P.W. (Piet) 1999 1 - 0
Baarle van, C.J. (John) 2065   Versloot, J.W. (Jan Willem) 1904 0 - 1
Riksen, B. (Ben) 1796   Koppelaar, V.A. (Victor) 1869 ½ - ½
Toor van, C.F. (Kees) 1890   Laar van de, J.C.A. (John) 1812 ½ - ½
Embden van, A. (Alex) 1750   Boer den, M.F. (Marcel) 1808 0 - 1
Verlinde, Y. (Youri) 1638   Heeren van, A. (Arie) 1734 0 - 1
Germeys, B. (Bart) 1709   Bruin de, W.J. (Wouter) 1815 1 - 0

Fianchetto 1

1918  

Dordrecht 1

1885 3½-4½