RSB 1B: Overschie 1 - Dordrecht 2 eindigt in gelijkspel


Dit keer geen journalistieke hoogwaarde standjes want onze verslaggever Ton is met vakantie. Desalniettemin hadden wij afgelopen vrijdag verrassend 4-4 gelijk gespeeld tegen een op 'papier' sterkere tegenstander. De punten werden vooral op de onderste borden gepakt. Op de bovenste borden ging het vrij vroeg mis.

Bord 1. Henk Ochtman 2024 - Sander Vogelesang 1938 (1 - 0)
Sander kwam heel vroeg gedesillusioneerd van zijn bord: "Ik zag een mat in 1 over het hoofd". Wij waren net zo verbaasd als hij.

Bord 2. Erik Brandenburg 2178 - Peter van Oevelen 1954 (0 - 1)
Een erg knappe prestatie van onze Peter tegen een tegenstander met +200 Elo meer.

"Door mijn dreiging moest wit de dame ruilen voor een toren en een paard. Daarmee stond ik beter.
Echter speelde ik daarna aanvankelijk te passief waardoor wit allerlei dreigingen kreeg; de a-pion ging verderop verloren.
Op zoek naar eeuwig schaak (X: dat doen wij allemaal als we in zwaar weer zitten), maar dit leek er niet in te zitten. Nog een
laatste wanhoopsdaad, rennen met de h-pion! Geheel onverwachts verslikt wit in de stelling waardoor hij in een matnet terecht komt en
ook nog de toren kwijtraakt. Een gelukkige overwinning, en een belangrijke die telt!"

Bord 3. Karel Looijmans 1967 - Xander van Doorn 1858 (1 - 0)
"Vrij vroeg in de opening raakten we buiten het boekje, erg gebruikelijk op ons amateur-niveautje. Dit pakte toch enigzins goed uit,
met een Lxf7 kon ik een toren winnen, maar zwart kreeg er wel enige druk voor terug. Mijn koning kwam ongelukkig op de tocht te staan,
al was nog niet duidelijk hoe zwart daar gebruik van kan maken. Door een pion te offeren kon ik dameruil garanderen (door een penning), maar
gek genoeg kon zwart ook nog een stuk meepikken. Een eindspel van toren + 2 tegen loper + paard + pion onstond.
Winnen leek noodzakelijk dus zocht ik verder naar een kansenplan. In trance vergat ik de tijd tot de allerlaatste seconde.
De zet kon ik helaas net niet meer afmaken (vlag!)."

Johan komt tot de conclusie dat het "te laat zijn" bij deze team captain niet alleen de partij kenmerkt,
maar ook het versturen van de uitnoding en de opstelling. En terecht, ik zal aan mijn zwaktes werken!

Bord 4. Han Smit 1967 - Marcel Pluymert 1891 (1 - 0)
Marcel baalde erg van zijn snelle verlies partij, waardoor sommige woorden voor publicatie toch echt gecensureerd moesten worden,
want schaakvereniging Dordrecht kent ook een jeugdafdeling.

"Kwam zwaar ***** uit de openening omdat die ***** (X: ik denk Marcel zelf?) vergat om lang te rokeren (welke ***** vergeet dat nou?).
Ging er vervolgens als een kind met ***** er af."

Bord 5. Albert Segers 1982 - Wouter de Bruin 1800 (0 - 1)
"Een gedegen opbouw in de opening. Daarna op beide flanken aanvallen dankzij het tegengesteld rokeren. Er ontstond tijdnood in het eindspel met dame
+ wat pionnetjes tegen dame + loper. Slim gevluggerd (X: ja dat kan Wouter heel goed), en ineens 2 vrij pionnen voor de loper waren onstopbaar, hij werd gevlagd."

Bord 6. Daniel Gavrilov 1801 - Ben Sitton 1818 (½ - ½)
"Ben speelde met zwart tegen Daniel Gavrilov een soort omgekeerd London systeem. Uit de opening was er weinig aan de hand en in het vroege middenspel koos zijn tegenstander niet het meest actieve plan. Na een meer tactische fase richting het eindspel besloot zijn tegenstander wel actief te gaan spelen, hetgeen Ben een pion opleverde. Uiteindelijk resteerde een paard tegen lopereindspel met een (dubbel)pion meer voor Ben. Of het theoretisch gewonnen was zal nog moeten blijken, maar in de praktijk eindigde de partij om kwart voor 12 met een leeg bord, behoudens een paard en twee koningen. Remise dus."

Bord 7. Arnout van Kempen 1822 - Johan van de Griend 1802 (0 - 1)
"Aljechin verdediging (X: dat is iets met 5 paarden-zetten door zwart omdat wit hem opjaagt met pionnen toch Johan?), specifieker de 2-pionnen variant.
Voordelige stelling, maar kon de winnende voortzetting niet vinden. De tegenstander kwam daarna beter te staan, maar bij het uitvluggeren
heb ik toch uiteindelijk gewonnen".

Bord 8. Jeroen van der Meer 1869 - Victor van Blommestein 1789 (½ - ½)
Victor dacht wel erg lang na. Als dat maar goed gaat! Ja het was eigenlijk ook goed: 
 
"In een Pirc opening ontstond na enig gemanoeuvreer een scherpe stelling. Het opschuiven van de witte e - pion naar e6 leidde tot verwikkelingen
waarbij het dynamisch evenwicht evenwel niet werd verbroken. Op zet 38 werd het punt dan ook gedeeld."