D1-RSB - Krimpen ad IJssel: De sappige details

Schaken is makkelijker en leuker als je denkt

Met de mooie partij van Victor Koppelaar uit de vorige ronde nog op het netvlies weten we dat winnen leuker is dan verliezen, dat hoef je geen schaker uit te leggen. Als niet-ratingfavoriet in de hoofdklasse is dat wel iets om bij stil te staan. Wat doe je tegen een ratingverschil van honderd punten op elk bord? Is het dan nog wel leuk, en waar haal je dan je voldoening vandaan?

Geïnspireerd door de dossierspecial in het Filosofiemagazine over de “Homo Ludens”, kwamen deze vragen zo rond de uitwedstrijd tegen Krimpen bij mij op.
Jan Hein Donner beschreef het schaken in een column als een kansspel, een visie die (geregeld) gedeeld wordt door Victor van Blommestein. Tegelijkertijd lijkt juist het beoefenen van het schaakspel gericht te zijn op het reduceren van toeval. Controle hebben over de stelling, waarna je op aangeleerde techniek een pot naar winst kunt leiden. “Spel is meer dan een spelletje. Het geeft betekenis op zo’n manier dat er een nieuwe wereld ontstaat voor de spelers. En zolang je in het spel bent is die wereld allesbepalend”, stelt filosoof Frank Chouraqui. (Mark van Dijk in Filosofiemagazine 12-2022, p.27) Herkenbaar voor veel schakers, we verliezen ons niet alleen in de schoonheid van het spel, maar zeker ook in het resultaat van de partij. De wedstrijd als meerkeuzevraag, met “winst, verlies of remise” als uitkomst.
(Erwin Pauelsen, wereldkampioen Kolonisten van Catan 2010 stelt op pagina 25 van hetzelfde Filosofiemagazine 12-2022: “Lachen, grappen maken, achteraf praten over de zetten die je hebt gedaan: dat is de reden om te spelen. Dat valt bij zo’n toernooi allemaal weg. Spelen voor de winst is leuk, maar als het enkel gaat om winnen lijdt het spel eronder. Winnen moet meer de kers op de taart zijn. De kern van spelen zit in het samen doen, (…) het gaat altijd om sociale interactie.”
Het detail dat het werk afmaakt, winst als toevoeging die het geheel ten goede komt. Een detail dat tot slapeloze nachten kan leiden, dat dan weer wel. Zeg je dan vooraf: “Veel succes vanavond!” of “Veel plezier vanavond?”

Tegen Krimpen hadden we beide. Met de bonkende bowlingballen als geruisloze achtergrondillustratie van onze partijen speelden we in onze laatste teamwedstrijd van 2022 naar een gelijkspel. Dit inderdaad naar tevredenheid.
Krimpen floreert met verschillende samenwerkingsverbanden en aardig wat teams op landelijk en regionaal niveau. Een jeugdige vereniging met een zeer brede top, met Harold van Dijk als trainer/coach op een niet te missen achtergrond. In praktijk en theorie kan hun eerste RSB-team zo sterk zijn als hun eerste KNSB-team. Hadden wij dat een paar jaar geleden ook niet?
We verloren aan drie borden. Piet Pluymert was al vlot niet senang in zijn stelling. Dat is niks voor Piet. Jan-Willem kwam tegen Diederick Casteleijn goed uit de opening. Simon Stokvis zou zeggen dat het voordeel bijna twee pionnen waard was, maar ja… toen was geluk heel gewoon.
Als teamleider zie ik Diederick nog steeds als een gehaaid jeugdtalent, maar nu ik weer eens op bezoek bij Krimpen was, blijkt dat meer te zeggen over mijn leeftijd, dan over Diederick zelf. Toch bleek dat “gehaaide” nog immer van toepassing. Jan-Willem blunderde een pion weg en verprutste de stelling na een handigheidje dat al eerder in de stelling had gezeten.
De derde verliespartij was aan bord 7, achter het bord leek het een enerverende openingskeuze met een aardig pionoffer tegen de Caro-Kann. Aan het eind van het middenspel werd ik vakkundig gewurgd door Michiel Besseling. In die fase kwam het kwaliteitsverschil vrij duidelijk naar voren. Volgens mijn coach Fritz Korbach was het allemaal niet veel.
Onze drie winstpartijen zagen er vrij overtuigend uit. Marcel Pluymert had op het middenveld een pionnetje veroverd van Joop Huijzer. Zie het beeld voor je van pionnen op beide vleugels, opgerukte Koningen tussen Torens en beiden een licht stuk Met geduw en getrek op het midden van het bord kwam Marcel steeds een stukje verder. Toch leek het doorduwen een lastige zaak. Na zetherhaling koos de Krimpenaar voor iets meer middenveldbezetting met zijn Koning. Dat was geen beste keuze. Met een ietwat verbaasde blik koos Marcel voor mat in één.
Victor van Blommestein koos deze maandagavond voor zijn vertrouwde openingsopzet: een kansloos kwaliteitsoffer en een kreupele pionnenformatie. Het was niet aan zijn ragfijn positiespel te danken dat hij de winst naar zich toe trok. Magisch was het ook niet, maar toen Marcel Glissenaar nog een pion dacht te winnen op a7, deed de Tovenaar een Stap 2 extra door met Lc5+ een dubbele aanval op de ongedekte Toren en de Koning te plaatsen. De stukken konden direct in de doos, althans, wit gooide wat materiaal om en deed ter afkoeling wat stappen van het bord weg. Een begrijpelijke reactie, voor ons wel een heel lekker punt.
Naast dit geweld een puike opzet van Cor Oliemans tegen Kiri Arnold. Zwart verdedigde venijnig fanatiek, maar door haar wat tochtige Koning op het midden van het bord bleek het vechten tegen de bierkaai. Cor reageerde vooral met geduld en precisie. Hij koos niet voor materiaalwinst, maar ging op zoek naar een mooi ondersteunend matnet middenin de zwarte verdediging. Kandidaat voor de schoonheidsprijs?
De twee remises vielen aan het topbord en het vierde bord. De scherpte van Victor Koppelaar bracht hem een actieve stelling, maar hij had hier wel wat materiaal voor moeten inleveren. Het opmerkelijke was, dat het voor de toeschouwers eerder leek dat Rhijs Arnold zijn hand kon overspelen, dan dat Victor de partij zou weggeven. Zijn opgerukte Koning bleek een steunstuk in plaats van opgejaagd wild. De jonge Krimpenaar nam genoegen met remise. Werk aan de winkel voor de jeugdcoaches!?
De partij Stefan Tabak – Lennard den Boer leek de winst voor Krimpen te brengen. Een gruwelijk sterk opgerukte vrijpion sloopte alle verdedigingsillusies van wit. De verhoogde bloeddruk en hartslag van de toeschouwers leken Lennard te helpen naar zijn zoektocht naar het smalle pad richting remisehaven. Wonderwel lukte het te ontsnappen naar een ogenschijnlijk gelijkstaand toreneindspel waarin Stefan ridderlijk genoegen nam met remise. Erwin Koeman zei het als trainer al: “Als je niet kunt winnen, moet je zorgen dat je niet kunt verliezen.” Huiswerk voor Lennard, extra oefeningen in afmaken voor Stefan en een 4-4 in de Hoofdklasse.

Deze laatste wedstrijd van het kalenderjaar werd afgesloten met een gezellig gezamenlijk natafelen. Dat moeten we er denk ik maar in houden!
Het doel van het schaakspel is het spelen zelf en binnen het spel zijn ernst en inzet grenzeloos. Daarbuiten is het “maar een spelletje.” De laatste die dat tegen mij heeft gezegd na een verliespartij, daar hebben ze alleen z’n schoenen en z’n vullingen van teruggevonden. Maar hopelijk ligt er meer tussen Winsum en Losser. Geniet ondertussen van de periode tussen Advent en Tata. Verzet je zinnen, verzet wat stukken. Leestip: “Homo Ludens” van Johan Huizinga, een boek uit 1938.

Volgend afspraakje: Valentijnsdag thuis tegen Charlois Europoort.

 

 (Verslag van John van de Laar)