Dordrecht 4 verliest uit vrij kansloos van Onesimus 2 met 6-2.

 

Ondertitel: over recepties, percepties en decepties.

Donderdagavond jl. , op de 12e van de 12e, mocht Dordrecht 4 aantreden tegen de sympathieke tegenstanders uit Rotterdam Kralingen. Na een wat wankele, door onze vertrektijd veel te vroege receptie door de wat nerveuze bar dame, dronken de Dordtenaren hun kopje koffie.

Toen nog vrij zelfverzekerd, dat was althans de gedeelde perceptie van dat moment. Gezien het natte feit dat de boot van Onesimus, hun vroegere speellocatie, jammerlijk gezonken is, spelen ze tegenwoordig in een schooltje met een prettige ruimte apart voor het extern spelende team. Hierdoor was het bijna muisstil in de speelruimte. Sommigen varen daar wel bij is de algemeen geaccepteerde perceptie. Dat hier later op de avond minder aandacht aan gegeven kon worden dan in het begin is jammer, de intentie was en is goed. De hoofd ‘Onesimus’, een bedreigd soort huismus naar het schijnt, die ons in het begin nogal luid ademend aangaf permanent stil te zijn, was toen zelf in kennelijke staat. Aardige man hoor, goed bedoeld, niks mis mee.

De opstelling van ons roemruchte 4e was deze keer niet omgegooid, de nutteloosheid hiervan is meermalen bewezen, en heeft tot diverse decepties geleid in het recente verleden. Hoe was nou eigenlijk vooraf de ingeschatte speelconditie van de deelnemers van onze zijde? Dit vroeg ik me achteraf wel even af gezien de verhalen die ik opgepikt heb gedurende deze avond ? Een kleine bloemlezing van wat ik heb gehoord:

Bord 1, Wim van Noort: gaf aan dat er een wat al te gastvrije receptie voor virussen en bacteriën in zijn keel en neus gaande was. Dit overigens na een soort receptiebijeenkomst de dag ervoor voor een jarige broer. Dit was echter nergens de oorzaak voor deze ellende volgens Wim. Hij had zich (gelukkig) niet afgemeld, want het medicijn Trachitol was in zijn perceptie een wondermiddel. Dat hij toch in een zeer gezonde stelling een vrij ziekmakende zet deed, stemt tot nadenken, zeker ook over dit middel. Deceptie na de verondersteld gelukte decontaminatie, want Wim scoorde voorheen fabuleus. Onnodig verlies door een, laten we zeggen licht versnotterd onderste rij probleem.

Bord 2, Martijn Rijneveen: had tevoren keurig laten weten dat hij wat later, maar wel op tijd zou komen vanuit Utrecht. Dit ook al vanwege een receptie, een kerstborrel van zijn werk. Martijn speelde een geweldige partij, offerde bewust een stuk voor nog eens 2 pionnen bovenop die ene die hij al voor stond. Het eindspel dat overbleef was stikspannend op de late avond, maar ondanks het eindspel van paard en toren zonder pionnen, tegen de toren en 4, later 3 pionnen van Martijn, deed zijn tegenstander het prima en won vrij gedecideerd. Dit nam het gevoel niet weg dat de perceptie was dat Martijn onderweg in staat moet zijn geweest deze deceptie na de voorheen genoten receptie te voorkomen.

Bord 3, Gerben van der Weert: Gerben had eigenlijk best een goede en gelijkwaardig opgaande partij, niet zoveel op aan te merken. Hij kwam ook netjes aangeven dat als de tegenstander remise aan zou bieden, hij genegen was om dat aan te nemen. Met een pion voor weliswaar voor Gerben, maar die voorsprong betekende niet zoveel met de 2 lopers tegen paard en loper. Gerbens tegenstander durfde niet echt door te pakken om een kwetsbare pion aan te vallen met dat paard en de partij liep daardoor inderdaad remise. Een beetje een deceptie voor de omstanders dat hier niet zoveel meer over te schrijven valt.

Bord 4, Arend van Grootheest: Haha kijk, gelukkig hier weer wel gerechtigheid voor de ondertitel van dit stuk. Arend gaf in de auto op weg naar Rotterdam al aan dat tevens hij een leuke receptie had gehad de voorgaande avond. Met wat oude studiematen ‘lekker’ doorgezakt, waarna enkele maten zoals te doen gebruikelijk de laatste trein hadden gemist (hilarisch) en een taxi moesten nemen.

Dit hadden zijzelf echter geenszins als een deceptie ervaren, het was raar geweest als dit ineens anders was gegaan kennelijk. Arend, beetje brak ook, had toch best een redelijke partij, maar moest in het verre eindspel helaas wel de vlag strijken. Goed gespeeld toch een nul, meer rust en een trainingskamp met een uitgaansverbod voor diverse teamleden wordt ernstig overwogen door de teamleiding.

Bord 5, Erwin van Wingerden: remise na 21 zetten of zoiets, nadat schoonvader Dick Groot iets daarvoor ook remise had gemaakt na overleg met de teamcaptain. Dat die laatste figuur zelf geen enkel idee had hoe een fatsoenlijke schaakpartij op te moeten zetten, moet voor beide wél punten scorende teamgenoten wederom een flinke deceptie zijn geweest.

Bord 6, Ton Hobé: Houdini Hobé, dat is voortaan de eretitel voor onze niet te onderschatten interne Rapidking. Het kan u toch niet ontgaan zijn dat Ton goed bezig is de laatste tijd? Daar horen onverwachte ontsnappingen en dus behoorlijke decepties voor de tegenstanders bij. Onlangs in de interne competitie, sorry Adri, won hij met een stuk achterstand toch nog van ‘de vader van’ een internationaal meester. Ook wint hij met het Rapidschaak meer dan goed is voor zijn omgeving is de heersende perceptie van sommigen. Deze externe avond ontlokte zijn tegenstander toch echt wel enige lelijke woorden tegen een teamgenoot op de receptie na afloop. Ik heb ze wel gehoord, Ton zwendelde zich vlak daarna naar een prima remise gehouden eindspel na driemaal dezelfde stelling. Ik zat er naast en wist dat het terecht was, de tegenstander kwam wel terecht teleurgesteld, niet verder dan: ‘ik heb geen bewijs dus het zal wel zo zijn’. Hij had ook gewoon de wedstrijdleider kunnen vragen en Ton ’s formulier checken die nog wel moest notuleren. Het klopte dus die claim, is de natuurlijk lichtjes gekleurde perceptie van uw verslaggever.

Bord 7, Dick Groot: Dick was als eerste klaar, vroeg luid en duidelijk aan de teamleider of remise mocht toen er nog geen enkele uitslag op het bord stond. De wedervraag van de captain: wat vind je er zelf van? , leidde tot enige vreugde in de zaal, maar de remise werd terecht een feit. Dick wekt altijd wel een beetje de indruk op een receptie te zijn of om er net vandaan te komen, dus de remise was en is een OK resultaat. Naderhand een leuke analyse met de aardige tegenstander met wat liquide versnaperingen waarvan de bord 8 speler van Dordrecht ook nog heeft mogen profiteren. Terechte remise.

Bord 8, Otto van Haren: die kwam, u gelooft het niet, ja hoor, ook vanaf een receptie. Ja echt hé, voor een jubilaris van mijn werk tot ruim over half zeven. In de stad na het bieren lopend naar de Arendshorst Rozenhof 36, om mee te rijden naar Rotterdam. Na het redelijk doorstaan van de deceptie van mijn stuitend slechte opening toch nog behoorlijk terug gevochten, maar al snel was de perceptie van een ieder dat verlies zelfs aan bord 8 onafwendbaar was. Dit betekende de 2-1 achterstand na de remises van Dick en Erwin. De uitslag die dus later nog veel erger werd.

Kortom december, met al die recepties voorafgaand aan dit soort belangrijke partijen , zal bij dit natuurlijk jammerlijk verwerpelijk gedrag van vele teamleden, tot onvermijdelijke decepties leiden. Maar dat is uiteraard mijn perceptie……

O.C. van Haren.

Onésimus 2 1708 - Dordrecht 4 1600 6 - 2

  1. Jan de Korte 1855 - Wim van Noort 1720 1 - 0
  2. Cor Treure 1757 - Martijn Rijneveen 1528 1 - 0
  3. Marcel van der Linden 1649 -Gerben van der Weert 1624 ½ - ½
  4. Cees Schoolenberg 1728 - Arend van Grootheest 1657 1 - 0
  5. Henk Henderson 1769 - Erwin van Wingerden 1514 ½ - ½
  6. Andre Leffers 1683 - Ton Hobé 1549 ½ - ½
  7. Martin in 't Veld 1647 - Dick Groot 1545 ½ - ½
  8. Ap Willeboordse 1572 -Otto van Haren 1664 1 - 0