D5-IJsselmonde Barendrecht 2: 3-5. Duur puntenverlies maakt klassebehoud weer een uitdaging

Het bleef afgelopen wedstrijd tot in de late uren nog aardig spannend maar moesten uiteindelijk toch aan het kortste eind trekken tegen Barendrecht IJsselmonde (3-5). Het resultaat is dat we nu na de vliegende start toch echt ons best moeten gaan doen om niet onderaan te eindigen. Met 4 teams op 4 bordpunten en zelf nog een wedstrijd tegen nummer 6 en 1 te gaan, komt het erop neer dat de volgende uitwedstrijd tegen Erasmus een hele belangrijke zou kunnen gaan worden!

 

 

Hieronder een gedetailleerd verslag van het verloop van de avond:

 

De avond begon voor onderstaande met een flinke dosis hijgen en puffen, zoals wordt verwacht bij een partnersessie voor een zwangeschapscursus. Na vervolgens in dubbel tempo richting de club te hebben gefietst, wat resulteerde in nog meer gehijg, kon ik nog geen stap binnenzetten zonder dat Thijs al op mij af kwam: de tegenstander bood remise aan. Dit mocht hij vervolgens aannemen omdat de meeste borden, afgezien van bord 8, er nog ok voor stonden. Wonderbaarlijk genoeg waren het juist de hogere borden waar naar mijn beperkte inzicht de stellingen comfortabeler stonden.

Thijs zijn analyse over zijn partij: Ik speelde Engels, en mijn tegenstander spiegelde de eerste zetten.
kwam onder lichte druk op de dame vleugel, maar dat kon aardig ongedaan maken door de zwarte lopers te ruilen. Even later stond er in mijn ogen een zeer gelijkwaardige stelling op het bord.
Dat vond mijn (overigens zeer sympathieke) tegenstander ook, en bood na 17 zetten remise aan.
Het was nog vroeg in de avond en er viel nog weinig te zeggen over de andere borden. Met toestemming van de captain heb toen zijn remise aanbod geaccepteerd. Halfje binnen. (1/2 – 1/2)

 

De volgende partij was die Gerben, de mooiste partij van de avond ook waarbij Gerben maar stukken aan de aanval bleef toevoegen met de nodige offers. De analyse van Gerben was dan ook als volgt: Mijn tegenstander verslikte zich met zwart in een Alapin siciliaan, waarbij mijn d-pion uiteindelijk op de 6-de rij domineerde. Hij rocheerde ook nog op de damesvleugel, al zijn stukken op de koningsvleugel zijn niet van hun plaats gekomen. Ik kreeg veel overwicht, zodat ik met offers zijn stelling kon bestormen. Deze hield geen stand. Een seconde nadat hij opgaf, verloor links van mij Ton met een zelfhulpmat. Dat schoot dus niet op: stand 1 1/2 - 1 1/2.

 

Kort na de nederlaag van Ton, volgde ook Dick. Beiden hadden gedurende avond geen beste stelling, hoewel er bij Ton toen ik aankwam nog wel remise in had moeten kunnen zitten. Dick stond bij aankomst helaas al straal verloren, maar ondanks de mindere stelling nog wel geprobeerd er iets van te maken, tevergeefs. 1 1/2 - 2 1/2 .

 

Vervolgens kwam het moment waar niemand op had gehoopt, laat staan verwacht. Martijn gaf aan dat ook met enigszins terechte tegenzin een analyse van de partij te maken:

“Daar gaat ie dan. In de opening ging het erg goed. Na 6 zetten moest mijn tegenstander zijn paard weer terug zetten op b8 wegens 7.d5 waarbij hij zijn paard nergens anders kon zetten. Vanaf dit moment had ik dus flink wat ruimte in het centrum. Na mijn stukken verder te ontwikkelen en een lange rokkade (die misschien wat dubieus was, maar het zag er goed uit) te hebben gedaan kon de aanval beginnen. Met h3, g4 dwong ik ook zijn laatste actieve stuk terug. Dankzij een fout van mijn tegenstander, die te enthousiast d5 speelde kon ik deze terug slaan en een pion winnen. Nog wat later gaf hij zelfs een stuk weg, in ruil voor een aanval op de damevleugel. En dit leek tijdens de partij een goed plan te zijn, alleen volgens de computer natuurlijk niet. Met een +4 voor wit maakte ik een gigantische blunder door verkeerd mijn damevleugel te verdedigen met 24.Tb3, wat leidde tot een sprong in stand naar -3.4! Vanaf dit moment waren ook alle zetten voor wit slecht en heeft zwart het geduldig afgemaakt. Les geleerd, vaak is Tb3 niet goed op een aanval op je dame vleugel…”

 

De partij waar iedereen vanuit ging dat we wel gingen winnen was dus ineens verloren. Gelukkig kwam Wim nog met een mooie aanval tot winst, maar het zag er niet uit dat dit genoeg zou zijn… 2 ½ - 3 1/2 .

 

Op dit moment waren alleen Otto en Arend nog bezig, en hoewel Arend een stelling had waar weinig meer in zit en wellicht toen op remise moeten gooien, besloot ik dat dat als captain niet mocht omdat Otto naar mijn mening op zijn best er nog een remise van kon maken en een 2e remise dus niet genoeg zou zijn. Otto wist er met enig toverwerk nog remise van te maken, waarbij de stukken en de punten heen en weer gingen:

“Na een voor mij onbekende opening met als eerste vier zetten van de witspeler d4, f4, e3 en c3 in die volgorde, redelijk gemakkelijk gelijkwaardig spel bereikt met de zwarte stukken aan bord 1. Tot zet 24 geeft Stockfish telkens een evaluatie van op of rond de nul. Op zet 25 overzag mijn tegenstander dat ik een pion kon winnen en sloeg de balans wat meer uit naar de zwarte kant. Na dit voordeeltje weer vakkundig te hebben verspeeld in de negen zetten daarna, beging ik op zet 35 een echte blunder. Hierna werd het een foutenfestival van beide kanten, al dan niet veroorzaakt door de vrij regelmatige Jupiler inname van beide spelers. Wel gezellig van Ron van Oosterbos overigens. Illustratief is dat na die blunder van mij de evaluatie van plus 7,5 !!! voor wit,  op zet 39 teniet werd gedaan door mijn eveneens ‘innemende tegenstrever’, naar -5,8 !! Uiteraard werd dat door mij ook weer niet op waarde geschat en overzag ik eenvoudige stukwinst. Daarna gingen we een voor mij kansloos eindspel in met ook nog eens veel minder tijd. Gelukkig vluggerde de witspeler lekker mee waardoor hij, volledig in de geest van de partij, ook een vol stuk in de aanbieding deed waarna het weer volkomen gelijk stond. Het remiseaanbod van mijn kant werd, begrijpelijk,  met frisse tegenzin geaccepteerd. In de gang werden we het na afloop  wel eens dat deze weliswaar spannende maar zeer slechte partij geen winnaar verdiende. De volgende keer toch maar weer koffie en cola. Wel jammer dat mijn opponent maar zo’n 1700 ELO blijkt te hebben, mijn TPR zakt hiermee vast enorm…….” (voor de lezer die tot nu toe minder bekend is met de prestaties van SCD 5, Otto deed het bijzonder goed tot dusver met een extreem hoge TPR, helaas kan je geen norm halen in de regionale competitie…)Bleef Arend over met de laatste partij:

“Na enkele koffieincidentjes aan mijn linkerzijde en een snelle remise aan mijn rechterzijde had ik mijn partij rustig opgezet, dit keer aan bord 5. In een redelijk gelijk opgaande partij met loperfianchetto’s met uiteindelijk paard-toren tegen loper-toren verzuimde ik middels een vork de loper te slaan. Ik dacht nl. eerst nog een witte pion met mijn paard te winnen. Daarmee kon mijn tegenstander zijn toren opspelen en de druk op mijn pionnenstelling opvoeren. In het eindspel bleek de loper dit keer veel sterker dan mijn paard en was de partij helaas verloren.

Extra zuur omdat bij de einduitslag bleek dat bij winst de uitslag 4-4 was geworden. Gezien het spel wellicht een meer verdiende uitslag.”

 

Conclusie, 0 punten waar er zeker hoop was op meer. Zoals Arend aangaf was een 4-4 zeker geen onterecht uitslag geweest met kans op meer. Volgende keer, 4 Maart, dan maar op volle sterkte de punten binnen halen!